De heer drs. M.J. van Rijn is op 5 november 2012 nog maar net benoemd tot staatssecretaris van Volksgezondheid of tien dagen later liggen er al twee adviesaanvragen klaar voor de Gezondheidsraad: Eentje over psychische zorg aan de jeugd van Nederland in het algemeen, en eentje over adhd in het bijzonder. Het is dus ongeveer het eerste wat hij deed tijdens zijn aanstelling. De steeds verdergaande medicalisering van onze jeugd baart hem zorgen.
De Gezondheidsraad vormde een commissie en deed er anderhalf jaar over om het advies te schrijven. Lees hier het complete rapport. “Adhd: medicatie en maatschappij“ . De commissie bestaat uit allerlei professoren, de voorzitter is ”hoogleraar medische ethiek” dhr. De Beaufort. Verder bestaat de commissie uit dezelfde kliek als altijd: ambtenaren, hoogleraren en professoren, en vooral veel hooggeplaatste personen van bestaande instanties (slagers die hun eigen vlees keuren). Als extern deskundige werd Jan Buitelaar geraadpleegd: de man die vaker direct op de loonlijst heeft gestaan van de farmaceutische industrie (Janssen Cilag BV zie addhoc artikelen ‘foute folders‘ en ‘farmamarketing‘). Je hoeft geen hoogleraar medische ethiek te zijn om te ruiken dat dat stinkt. En je dan maar afvragen waarom die medicalisering van kinderen toch steeds toeneemt. Gezien de inhoud van de adviesvraag zoals de staatssecretaris die stelde, is de samenstelling van deze commissie echt opmerkelijk te noemen.
Adhd zelf-organisaties protesteren al langer tegen het steeds maar uitnodigen van dezelfde kliek voor overheids adviezen en congressen, (idem Trimbos, GGZ, NvvP). Adhd- zelforganisaties werden dan ook niet uitgenodigd door de Gezondheidsraad om de staatssecretaris antwoord op zijn prangende vraag te geven. Hoe gaat het met de adhd-ers? Dat moet je natuurlijk niet aan de adhd-ers zelf vragen.
Dit gezegd hebbende, staan er toch wel een paar interessante zaken in het rapport.
- Hoewel het gebruik van ritalin en andere adhd medicijnen de laatste vijf jaar is verveelvoudigd, is het niet het aantal kinderen met adhd dat toeneemt, maar wel het aantal hulpverleners dat toeneemt en het geld dat erin omgaat.
- er is geen controle op de kwaliteit van deze hulpverlening, iedereen doet wat anders
- er moet meer verschil gemaakt worden tussen ”classificatie” zoals de DSM en ”diagnose” dat wil zeggen een individueel psychiatrisch of pedagogisch onderzoek. De DSM wordt gebruikt als diagnostisch instrument en dat is onjuist. (DIV lijst is geen diagnostisch instrument maar een classificatie)
- Er is een financiele insentive vanuit het onderwijs om kinderen een ”rugzakje” mee te geven: scholen sturen zelf aan op de ”diagnose” adhd omdat ze dan meer geld krijgen voor meer onderwijspersoneel. Dit zou de toename aan diagnoses kunnen verklaren. Maar adhd neemt ook in andere landen toe en deze rugzakjes zijn wel een typisch Nederlands systeem dus helemaal verklaart dit de toename niet maar wel voor een deel.
FUNCTIONELE BENADERING. Doordat er gebruik gemaakt wordt van hele algemene classificaties van gedragingen (druk lastig) en niet van een werkelijk pedagogisch onderzoek (dyslexi test, IQ test, sensitiviteit van de zintuigen, verschil in verbaal en nonverbaal IQ, situatie thuis, slaappatroon, fragmentarische waarneming, sociale skills, hyperassociatief, beelddenken creativiteit, ‘praatdenken’ fragmentarische uitdrukkingsvaardigheid of juist te direct, kort werkgeheugen, moeite met volgordes en ordening). Het is veel goedkoper en makkelijker eventjes een 3 A4tjes multiple choice vragenlijstje in te vullen (de DIV lijst) met: ben je druk en chaotisch: ja. Ok je hebt adhd, dan krijgen wij geld en jij pillen. Probleem opgelost. De moeilijker weg, maar de pedagogisch veel interessantere weg, namelijk in kaart brengen hoe iemands hersens werken, wordt niet altijd gevolgd.
Misschien dat je met een functionele benadering ook dichter bij de vraag komt hoe je medicalisering van kinderen kunt verminderen.
ADD. Een grote manke aan dit rapport maar ook aan alle andere rapporten is dat ADD wel steeds meegenomen wordt in de cijfers, ook ADD-ers krijgen medicatie etc. Maar verder volledig wordt weggelaten. Gedurende het hele rapport wordt gesproken over de ‘kernsymptomen van ADHD: aandachtszwakte, hyperactiviteit en impulsiviteit’ maar dit zijn helemaal niet de kernsymptomen van adhd, de helft is niet impulsief of hyperactief maar juist dromerig introvert en juist passief. Dit is echt een grove gedachte fout om ADD wel mee te nemen in allerlei grafieken en zo met dubbel zo hoge cijfers te roepen hoe erg het probleem is, maar feitelijk alleen te spreken over de helft: de kinetisch hyperactieven. ADD verdient meer aandacht, en wordt de al jaren volledig genegeerd door officiele overheidsrapporten terwijl het er alleen wordt bijgehaald als ‘afgeleide van adhd’, wat het feitelijk niet is. ADD vergt een ander medicatie, een andere behandeling, en add kinderen in de klas hebben een andere steun nodig.
KLEUTERS. Saillant detail: in de grafieken in het rapport wordt steeds gesproken over medicijnen vanaf vier jaar. Dit is verboden: volgens Europese wetgeving is het niet mogelijk kinderen onder de zes jaar ritalin te geven of andere amfetaminen. De professoren in de commissie zagen dit blijkbaar over het hoofd, erg veel feeling met de praktijk is er niet. Hun rapport vermeldt wel dat alleen bij “ernstig disfunctioneren” er naar pillen gegrepen mag worden. Nu vraag ik me alsmaar af: wat moet een vierjarige op de kleuterschool doen, om zo ernstig te disfunctioneren?
http://martinjanmelinga.wordpress.com/2014/07/04/blijvende-discussie-diagnose-adhd-aanleiding-onderzoek-gezondheidsraad-ritalin-opvoeding-passendonderwijs/