Er zijn enkele opvallende boeken in de boekhandel, die beelddenken als oorsprong van zowel dyslexie als adhd onderzoeken. De grote overlap tussen adhd en dyslexie is niet alleen statistisch (40%) , maar valt ook inhoudelijk te verklaren vanuit theorieen over hoe deze speciale hersens werken.
- Ronald Davis. “The Gift of Learning”. (desorientatie)
- Jan van Nuland. “Slimmer dan je Baas”. (secundaire dyslexie)
- Kazimierz Dabrowski (positieve desintegratie)
- Sjan Verhoeven en Getrudie Boersen. “Dyslexie: stoornis of intelligentie?”. (conceptueel denken)
Lees de handige folder voor het landelijke centrum voor handicap en studie: hierin worden secundaire dyslexie kenmerken benoemd, die ook bij adhd gelden.
Opvallend hierin: In de paragraaf ‘Signalen” staat dat er nu nog steeds studenten zijn die pas op de universiteit of hbo erachter komen dat ze feitelijk dyslectisch zijn. Het niet herkennen van signalen komt vooral bij adhd-ers voor omdat bepaalde kenmerken aan adhd worden toegeschreven, terwijl ze bij dyslexie horen.
Hieronder een boeksamenvatting van een recent boek over dit onderwerp, in de hoop dat adhd onderzoekers/hulpverleners/coaches en studentendecanen eindelijk gaan begrijpen dat adhd niet alleen maar ”druk” is, maar fundamenteel een andere manier van denken: in dit boek Conceptueel Denken genoemd.
BOEK: “Dyslexie: stoornis of intelligentie?” van Sjan Verhoeven en Getrudie Boersen.
Verhoeven en Boersen introduceren de termen Conceptueel Denken versus Lijndenken. Adhd en dyslexie zijn allebei vormen van conceptueel denken.
Ze gebruiken de term Conceptueel denken liever dan Beelddenken of denken met de rechterhersenhelft. (Jan van Nuland spreekt over secundaire dyslexie kenmerken, en Davis over desorientatie)
Conceptueel denken is natuurlijk veel leuker en beter dan gewoon lijndenken. Maar Verhoeven en Boersen signaleren de volgende mogelijke bijverschijnselen bij de vertaalslag van conceptuele gedachtes naar lineaire spraak:
- omhoog kijken bij praten: (je kijkt als het ware naar het beeld in je gedachten). Praten met de handen.
- moeite met vertellen van verhaal in een paar zinnen.
- moeite met volgordes, hierachie en lineaire processen.
- kort werkgeheugen.
- associatief
- snelheid: conceptueel denken gaat razendsnel! Maar het kost tijd om gedachtes naar woorden te vertalen en hier zijn veel woorden voor nodig.
- een juist moment in een proces kiezen (vb. tijdens vergadering) en een vertaalslag maken: er doorheen te praten. (bij de adhd-er vaak geinterpreteerd als impulsief)
Gevolgen:
Onder invloed van stress gaat ieder nog meer in zijn eigen comfort zone zitten: in het dominante hersendeel. De lijndenker maakt nog kleinere stapjes nog meer op vorm gericht (de ambtenaar). Terwijl onder stress de conceptueel denker juist nog meer gaat assosieeren en de rode draad verliest.
– Exploreren: Conceptueel denken is meer gericht op verandering, lijndenken is meer gericht op routine en behouden van situatie.
– Motorisch: De verfijnde motoriek kan bij sommigen minder zijn. Dit leidt tot een slordig handschrift en dingen omstoten, praten met de handen. Dit zijn vaak eigenschappen die bij dyslexie horen. Maar bij de adhder deze vaak als `impulsief ` geïnterpreteerd.
– emotioneel reageren als je je zegje niet op lineaire manier kunt doen, of als je niet de juiste woorden vindt. Men luistert niet. Dit kan leiden tot faalangst: terugtrekken of overschreeuwen.
– Procrastinatie: Uitstelgedrag. Dit komt doordat je niet weet hoe je iets aanpakt, door gebrek aan overzicht, het in stappen verdelen. Door de angst wordt de dominante hersenhelft nog sterker, en verzwakt je lijndenken nog meer. Je raakt dingen kwijt zoals inlogcodes (adhd). Door faalangst is meer tijd nodig, en moet je jezelf steeds controleren. Er volgt uitputting van energie door de vertaalslag die je steeds maakt
–Vertaalslag: je maakt in je eentje de vertaling tussen conceptueel denken en lijn denken. De ander komt je niet tegemoet omdat hij goed is zoals het hoort en jij bent de minderheid.
Bij stress kan men soms niet meer uit de woorden komen, doordat taal op zwart gaat. (vooral bij ernstige dyslexie) . Emotie zonder taal en begrip maakt eenzaam. Volgens Verhoeven en Boersen op pag. 169 versterkt door ADHD dit ”op zwart gaan” door vele de gedachten en breinstormen die adhd-ers hebben (in tegenstelling tot dyslectici zonder adhd).
– Drugs. Het vermeende verband tussen adhd en verslavingsgevoeligheid moet niet zo primair genetisch gelegd worden. Het zou volgens de schrijvers meer een uiting van dit ”op zwart gaan” zijn. (zelfdestructie door lage zelfwaarde door bovengenoemde factoren). En niet zozeer dat adhd een genetische aanleg zou hebben voor verslaving. (red. addhoc: dit blijkt ook niet uit cijfers Centrum Maliebaan Utrecht die juist stelt dat adhd-ers vijf keer meer afkicken dan verslaafden zonder adhd)
De ADHD er wordt als onmatig persoon zonder rem voorgesteld. Maar wellicht levert de diepere analyse ”op zwart gaan” meer op ipv ”impulsiviteit”. Grond onder voeten weg. Het is een manier van leven zonder fundament.
Oeps! Volgens Verhoeven en Boersen zijn de mensen die hun eigen teksten vol met taalfouten schrijven, maar ze wel direct zien in andermans tekst: waarschijnlijk conceptueel denkers. Woordbeeld, woordklank en begrip: Dit zijn drie ballen die je tegelijk in de lucht houdt. De linkerhersenhelft kan dit vlekkeloos. Als je leest met je conceptuele hersenhelft laat je snel een bal vallen, als je toch al weet wat er in de tekst staat (omdat je hem zelf hebt geschreven). De rechterhersenhelft koppelt tekstbegrip niet meteen aan vorm als je al weet wat er staat.
(Dus dan weet u nu ook waarom addhoc.nu zoveel fouten heeft).
2 thoughts on “Conceptueel denken bij adhd en dyslexie hetzelfde.”